- stroefheid
- {{stroefheid}}{{/term}}1 [ruwheid; ook m.b.t. de omgang] rudesse 〈v.〉2 [het stroef bewegen] grippage 〈m.〉3 [het hortend lopen] 〈m.b.t. stijl〉 aspérités 〈v., meervoud〉♦voorbeelden:1 de stroefheid van de vloer • la rugosité du sol3 de stroefheid van het gedicht • le style raboteux du poème
Deens-Russisch woordenboek. 2015.